De transitievergoeding vanaf 1 januari 2020: ingrijpende wijzigingen!

Huidige regeling

Als de werknemer wordt ontslagen, heeft hij in  beginsel recht op de wettelijke transitievergoeding. Tenminste als hij minimaal 2 jaar in dienst is. Voor een kort dienstverband geldt dat dus niet. Met ontslag wordt gelijkgesteld een ontbinding van de arbeidsovereenkomst via de kantonrechter of het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

De hoogte van de transitievergoeding is nu nog afhankelijk van de lengte van het dienstverband. Als het dienstverband langer dan 10 jaar heeft geduurd, moet over de extra periode een hogere transitievergoeding worden betaald. Indien in dit geval de werknemer 50 jaar of ouder is, vanaf een bepaald moment zelfs een nog hogere.

1 januari 2020: de nieuwe regeling wordt van kracht

Vanaf 1 januari 2020 gaat dit op twee belangrijke punten wijzigen: de lengte van het dienstverband maakt niet meer uit voor de vraag of recht ontstaat op een transitievergoeding en de transitievergoeding wordt niet meer extra verhoogd bij dienstverbanden langer dan 10 jaar en wegens het bereiken van de leeftijd van 50 jaar.

De werknemer van wie de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of niet wordt voortgezet, heeft al vanaf dag 1 recht op een transitievergoeding, dus ook al is hij nog geen twee jaar in dienst. Uiteraard zal de transitievergoeding bij een kort dienstverband nog niet zo hoog zijn.

De transitievergoeding zal voortaan een derde van het maandsalaris maal het aantal jaren dat het dienstverband heeft geduurd bedragen. Oftewel de transitievergoeding bedraagt voortaan 2,78% van het jaarsalaris. Als het dienstverband korter dan een jaar heeft geduurd wordt de transitievergoeding naar rato berekend. Als een dienstverband bijvoorbeeld 4 maanden heeft geduurd, wordt de transitievergoeding berekend door 2,78% te nemen van het feitelijk betaalde salaris.

De verhoging van de transitievergoeding als het dienstverband langer dan 10 jaar heeft geduurd en de werknemer de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt wordt dus afgeschaft per 1 januari 2020. Ook voorzover dienstverbanden langer dan 10 jaar hebben geduurd en ongeacht de leeftijd van de werknemer, geldt de hiervoor genoemde nieuwe berekenwijze, oftewel wordt 2,78% van het jaarsalaris genomen.

Wachten met ontslag?

Als ontslag plaatsvindt vanaf 1 januari 2020 zijn de nieuwe regels van kracht. In sommige gevallen geldt echter ook na 1 januari 2020 nog de huidige berekeningswijze, bijvoorbeeld als een ontbindingsverzoek vóór 1 januari 2020 bij de kantonrechter is ingediend en vanaf 1 januari 2020 wordt ingewilligd. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan het dus zin hebben voor een werkgever om een ontslagprocedure nog niet vóór 1 januari 2020 te starten. Bijvoorbeeld bij een lang dienstverband en/of een oudere werknemer. In sommige gevallen kan dat juist wel gunstig zijn, bijvoorbeeld bij een kort dienstverband. Ook voor een werknemer is het afhankelijk van de omstandigheden of hij beter kan wachten met het aangaan van een vaststellingsovereenkomst tot na 1 januari 2020 of juist niet.

Wilt u hulp of overleggen?

Neemt u dan contact op met Boudewijn Advocatuur

Boudewijn van Orsouw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *