De transitievergoeding. Wanneer heeft een werknemer daar eigenlijk recht op?

De transitievergoeding is de ontslagvergoeding die de wetgever in bepaalde gevallen toekent aan de werknemer. De werknemer heeft daar in principe recht op als de dienstbetrekking minimaal 2 jaar heeft geduurd en er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet wordt verlengd, als de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd nadat de werkgever een ontslagvergunning van het UWV heeft gekregen of als de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever ontbindt (=beëindigt)

In sommige gevallen heeft de werknemer géén recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wordt ontbonden. Kort gezegd is dat het geval als de werknemer een (ernstig) verwijt kan worden gemaakt van de ontstane situatie.

Als de werknemer zijn dienstverband opzegt, heeft hij geen recht op een transitievergoeding. Ook niet als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met wederzijds goedvinden (beëindigingsovereenkomst).

Dat het gebruikelijk is om in dit laatste geval wel een transitievergoeding af te spreken, wil niet zeggen dat de werknemer daar in dat geval dan ook wettelijk gezien recht op heeft. Dat wordt vaak gedacht, maar is dus niet zo. Overigens werd vroeger bij beëindigingsovereenkomsten meestal de kantonrechtersformule gebruikt, die een veel hogere ontslagvergoeding oplevert, maar dat is vandaag de dag niet meer het geval.

Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met wederzijds goedvinden, aangezien de werknemer zich onbehoorlijk heeft gedragen, is niet logisch dat hij ook nog een transitievergoeding mee krijgt. Veelal kan de werkgever er in dergelijke situaties ook voor kiezen om een ontslagprocedure te starten, maar wil hij de werknemer ter wille zijn door mee te werken aan een beëindigingsovereenkomst. De werknemer kan dan veelal een uitkering aanvragen indien hij niet direct ander werk kan vinden.

Een ander geval waarbij een werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding is wanneer het bedrijf van de werkgever failliet gaat en de curator de werknemer daardoor moet ontslaan.

De hoogte van de transitievergoeding wordt voornamelijk bepaald door de hoogte van het bruto maandsalaris, het aantal dienstjaren dat de werknemer heeft en zijn of haar leeftijd. In bepaalde gevallen spelen ook andere factoren een rol, zoals de grootte van het bedrijf van de werkgever en de financiële situatie van de werkgever. De transitievergoeding is ook wettelijk gemaximeerd.

Wilt als werkgever weten hoe hoog de transitievergoeding is die u aan uw werknemer zou moeten betalen bijvoorbeeld bij ontslag of een beëindigingsovereenkomst, of hebt u als werknemer vragen over uw eventuele recht op een transitievergoeding?

Neemt u dan contact op met Boudewijn Advocatuur.

Boudewijn van Orsouw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *