De loondoorbetalingsplicht bij ziekte
Indien de werknemer ziek wordt en daardoor zijn functie niet kan uitvoeren, heeft hij in principe recht op doorbetaling van zijn salaris zolang hij ziek is. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals de situatie dat de werknemer de ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt of indien hij vóór zijn aanstelling opzettelijk verkeerde informatie heeft gegeven over zijn gebreken. Een andere belangrijke uitzondering is dat de werknemer niet voldoende meewerkt aan zijn re-integratie, bijvoorbeeld als hij adviezen van de bedrijfsarts om vervangende werkzaamheden uit te voeren niet opvolgt. Wil de salarisbetaling in dergelijke gevallen kunnen worden stopgezet dan gelden overigens nog heel strikte voorwaarden waaraan de werkgever zich moet houden. Een fout is zo gemaakt!
Het opzegverbod tijdens ziekte
Ook geldt tijdens ziekte een opzegverbod, wat betekent dat de werknemer in principe niet kan worden ontslagen zo lang hij ziek is. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Een bekende is de situatie dat een werknemer rechtsgeldig ontslag op staande voet krijgt. Denk bijvoorbeeld aan een zieke werknemer die zijn werkgever of een collega ernstig mishandelt of steelt van de werkgever.
Ook het opzegverbod tijdens ziekte vervalt na twee jaar ziekte.
Transitievergoeding en de compensatieregeling
Als de werknemer langer dan twee jaar in dienst is en wordt ontslagen, dan heeft hij in principe recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding) te betalen door de werkgever. Overigens vervalt vanaf 1 januari 2020 de beperking dat pas na twee jaar aanspraak ontstaat op een transitievergoeding.
Bij ernstige verwijtbaarheid, zoals ingeval van een rechtsgeldig ontslag op staande voet, heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding.
In het verleden lieten werkgevers de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte vaak in stand en ontsloegen zij de werknemer niet, om zo de verplichting tot betaling van de transitievergoeding te ontlopen. De wetgever heeft de werknemer in bescherming genomen en in feite de werkgever geholpen door de wet compensatieregeling transitievergoeding in het leven te roepen. Daardoor kan de werkgever die na twee jaar ziekte wél overgaat tot ontslag, de uitbetaalde transitievergoeding in principe vanaf 1 april 2020 bij de overheid declareren.
Gebleken is echter dat desondanks veel werkgevers tóch niet de werknemer die langer dan twee jaar ziek is ontslaan, aangezien ze dan de transitievergoeding in feite moeten voorfinancieren. Ondernemers vinden dat vaak een te zware financiële belasting.
De uitspraak van de Hoge Raad van 8 november 2019: de werkgever moet op verzoek van de werknemer een beëindigingsovereenkomst aangaan!
Op 8 november 2019 heeft de hoogste rechter in Nederland, de Hoge Raad, bepaald dat als de werknemer die langer dan twee jaar ziek is, en dus in principe geen recht meer heeft op salaris en wil dat de werkgever met hem een overeenkomst sluit ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst zodat hij een transitievergoeding kan eisen, de werkgever daaraan moet meewerken. Alleen als de werkgever kan hardmaken dat hij een gerechtvaardigd belang heeft bij het in stand laten van de arbeidsovereenkomst, denk aan de situatie dat er nog reële re-integratiemogelijkheden zijn, hoeft dit niet.
Het is nu dus de hoogste rechter die de werknemer in bescherming neemt. Maar hij gaat daarbij wel erg ver, omdat het in feite behoort tot de exclusieve beslissingsbevoegdheid van de werkgever of hij met zijn werknemer wel of niet een beëindigingsovereenkomst wil aangaan.
Wilt u hulp?
Neemt u dan contact op met Boudewijn Advocatuur
Boudewijn van Orsouw